Competenties
Mijn conclusie baseer ik op de relaties die ik legde tussen de 4 competenties voor financiële redzaamheid zoals het Nibud die onderscheid én de 4 basisvaardigheden. Voor alle competenties zijn al deze basisvaardigheden voorwaardelijk. Ga maar eens na.
Competentie 1: Voldoende inkomsten verwerven om van te leven
Om inkomen te krijgen moet je werken en dus een geschikte vacature vinden, solliciteren en een arbeidsovereenkomst aangaan. Of je moet een uitkering aanvragen en zoals hierboven al beschreven is dat lastig als je beperkte basisvaardigheden hebt. Ook word je geacht je te houden aan de rechten en plichten die bij een baan of uitkering horen. Hiervoor moet je kunnen lezen, schrijven en je moet waarschijnlijk digitaal aan de slag. En om uit te rekenen of je inderdaad van je inkomen kunt leven, moet je kunnen rekenen.
Competentie 2: Geldzaken organiseren
Met geldzaken organiseren bedoelt het Nibud het beheren en monitoren van betalingen, het bijhouden van de administratie en het in kaart brengen van inkomsten en uitgaven. Dit alles om inzicht te krijgen en daardoor inkomsten en uitgaven in balans te houden. Ook hier komen lezen, rekenen en digitale vaardigheden bij kijken. Als je niet snapt wat er in brieven en op afschriften staat, is het heel erg moeilijk deze te ordenen en te verwerken tot een uitgavenpatroon dat in balans is.
Competentie 3: Verantwoord besteden
Dit betekent eigenlijk niets anders dan dat iemand zijn uitgaven aanpast aan het beschikbare budget. Maar hoe gemakkelijk is het niet om te lenen, of iets te kopen op afbetaling. Helemaal geen punt, toch? Maar welke voorwaarden gelden? Als je moeite hebt met lezen, zijn de lettertjes figuurlijk wel erg klein. En als je niet precies weet wat je budget is, hoe kun je dan verantwoord besteden?
Competentie 4: Voorbereid zijn op (on)voorziene gebeurtenissen
Hier hebben we het over de (middel)lange termijn. En dat is echt lastig. Welke wensen heeft iemand in de toekomst én welke consequenties hebben huidige keuzen op toekomstige situaties. Een voorbeeld helpt. Een jonge vrouw heeft voor haar werk een auto nodig en ze kiest voor een private lease. Snel geregeld, overzichtelijk maandbedrag dat prima in het budget past en geen onvoorziene uitgaven. Goed gedaan zou je zeggen. Twee jaar later wil deze vrouw een huis kopen. En dan gaat die lease auto meetellen. Haar goedkope auto betekent dat ze een ton minder hypotheek krijgt. Een ton minder! Daar gaat de droom van een eigen huis. En de jonge vrouw kan prima lezen, maar de gevolgen van de kleine lettertjes heeft ze niet kunnen doorzien.
Wat moeten we hiermee?
Omdat we eigenlijk met zijn allen wel weten dat hier een probleem zit, hebben we heel veel verschillende hulploketten ingericht. In de hoek van de schuldhulpverlening én in de hoek van basisvaardigheden. Mijn oproep is om samen te gaan werken. Met elkaar in gesprek te gaan. Want zolang iemand met schulden niet beschikt over voldoende basisvaardigheden is een duurzame oplossing ver weg.
Ingangen voor hulp zijn op deze plekken te vinden: om je weg te vinden moet je dan wel weer digitaal vaardig zijn.
- Via Taalhuis of bibliotheek, programma’s onder ander taal, digitaal en rekenen & geld:
Bij Janssen & Janssen krijgen we ook mensen aan de telefoon of aan de balie. Hun schulden zijn misschien wel ontstaan doordat ze beperkte basisvaardigheden hebben. Daarom is het zo belangrijk dat we goed bereikbaar zijn en oog en oor hebben voor deze problematiek. Op onze beurt proberen we mensen door te verwijzen naar de juiste plek. Naar bijvoorbeeld diverse schuldhulpverlenende instanties, Stichting Lezen en Schrijven, of het Taalhuis dat er in veel gemeenten is, is een heel goed startpunt.