Er is de laatste tijd heel wat te doen geweest met betrekking tot de wijziging in de Gerechtsdeurwaarderswet per 1 juli 2016.
De gewijzigde wet gaat uit van een onderscheid tussen het eerste jaar van de stage (de stage gedurende de opleiding) en het tweede jaar van de stage (de aanvullende stage waar de KBvG iets over mag gaan regelen en nog ingericht moet worden). De stagiair eerste jaar mag zich kandidaat-gerechtsdeurwaarder noemen, maar is het formeel niet (artikel 26). De stagiair tweede jaar is kandidaat-gerechtsdeurwaarder. Aangezien artikel 56 spreekt van de kandidaat-gerechtsdeurwaarder én degene die zijn toegevoegd in het kader van de stage van de opleiding, betekent dit dat de stagiair die zich kandidaat mag noemen óók lid is van de KBvG.
Opleiding en stage
In het besluit opleiding en stage worden een aantal zaken geregeld die niet in de wet zijn vastgelegd. Bijvoorbeeld dat er geen maximum is verbonden in de wet op het aantal stagiaires die zich kandidaat mogen noemen. Het idee is om te regelen dat als gerechtsdeurwaarderskantoren te veel stagiaires van de Hogeschool van Utrecht hebben, ze dan in verband met het toezicht minder kandidaat-gerechtsdeurwaarders aan zich toegevoegd kunnen krijgen. De Hogeschool van Utrecht is verplicht via de KBvG aan te geven waar stage wordt gelopen en wat de stage voorwaarden zijn. Ook is de hogeschool verplicht de lijst met verplichte ambtshandelingen af te stemmen met de KBvG .
Nieuw Fenomeen
Dus per 1 juli 2016 ontstaat er een nieuw fenomeen: de kandidaat-gerechtsdeurwaarder. Dit is de stagiaire, gelukkig niet als zodanig benoemd. Deze functie bekleden ze dan 2 jaar. Het eerste jaar is de stage op de Hogeschool van Utrecht voordat ze het Hbo-diploma krijgen, het tweede deel moet bij verordening door de KBvG worden ingevuld.
De wijziging heeft gevolg voor gekwalificeerde beroepscertificaten die voor 30 september 2014 zijn uitgegeven. In deze certificaten staat in het publieke deel de titulatuur opgenomen. Het kan zijn dat deze na 1 juli 2016 niet meer overeenkomt. Het ministerie krijgt door deze wijziging dus nog een hele kluif om het een en ander te verwerken: alle kandidaten- en toegevoegd gerechtsdeurwaarders moeten namelijk nieuwe legitimatiebewijzen krijgen.
Deze blog is geschreven door Cobie Westerterp, directiesecretaresse van Wilbert van de Donk, directeur Compliance & Opleidingen.