Het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch heeft op 17 mei jl. een opmerkelijke uitspraak gedaan met grote impact. Volgens het gerechtshof moet een koper bij een executoriale veiling weten dat de mogelijkheid bestaat dat hij – ondanks de koop – toch geen eigenaar wordt. Er kleeft als het ware een risico aan de gekochte goederen. Dat risico bestaat op het moment dat de oorspronkelijk eigenaar in hoger beroep alsnog in het gelijk wordt gesteld en het vonnis wordt vernietigd. De koper wordt niet beschermd en de goederen moeten terug. Het venijn zit ‘em dus in de staart.
Landjepik
De situatie is als volgt: A (laten we hem voor het gemak Albert noemen) vordert bij de rechtbank betaling van 1 miljoen euro door B (voor het gemak Boris). De reden waarom is in dit verhaal minder relevant, de oorsprong ligt in ieder geval in een overeenkomst tussen Albert en Boris. Wel van belang; de rechtbank stelt Albert in het gelijk. De rechtbank wijst een vonnis op 16 februari 2011 waarin Boris wordt veroordeeld om het bedrag te betalen aan Albert. Dit vonnis wordt standaard ‘uitvoerbaar bij voorraad verklaard’ hetgeen wil zeggen dat het vonnis mag worden geëxecuteerd. Ook al staat hoger beroep open.
Zoals je al verwacht is Boris het niet eens met het vonnis van de rechtbank en stapt naar het gerechtshof. Het gerechtshof bekijkt vervolgens de zaak opnieuw. Hier gaat wat tijd overheen.
Ondertussen laat Albert, met het vonnis van de rechtbank in de hand, door de deurwaarder beslag leggen op een weiland en een aangrenzend gebouw van Boris. Het beslag wordt gelegd met het doel om dit te verkopen zodat Albert daaruit de toegewezen 1 miljoen euro kan verkrijgen.
Boris probeert de executoriale verkoop van zijn weiland en gebouw tegen te houden door een kortgeding aan te spannen maar dit blijkt tevergeefs.
Verkoop?
Op 12 april 2012 vindt de executoriale veiling van het weiland en gebouw plaats. Koper Corrie wordt de nieuwe gelukkige eigenaar van de onroerende zaken. Tenminste dat denkt ze.
Het gerechtshof komt daarna met de uitspraak in hoger beroep. Deze procedure was op de achtergrond uiteraard gewoon doorgelopen. Het gerechtshof vernietigt het vonnis van de rechtbank en oordeelt dat niet Albert, maar Boris in het gelijk moet worden gesteld. Dat betekent dus dat Boris geen 1 miljoen euro aan Albert moest betalen.
De vraag is dan, wat gebeurt er met de executoriale verkoop van het weiland en aangrenzend gebouw aan Corrie? De verkoop (en levering) is immers gedaan op basis van een vonnis dat – met terugwerkende kracht – is vernietigd. Dat betekent dat het vonnis van de rechtbank nooit heeft bestaan.
Hier met dat weiland!
Belangrijk om te weten is dat bij het moment van verkoop de verkoper zogenaamd beschikkingsbevoegd moet zijn. De verkoper moet dus het recht hebben om het object te verkopen. Is dat niet het geval, dan is er ook geen rechtsgeldige overdracht van eigendom.
Gebruikelijk is dat in dit soort gevallen de oorspronkelijke eigenaar een schadevergoeding vraagt voor het verlies wat hij heeft geleden. Dit was dus ook iets dat Boris had kunnen doen.
Boris is immers een weiland en aangrenzend gebouw kwijtgeraakt. Echter wil Boris geen geld, hij wil gewoon zijn weiland en gebouw van Corrie terug.
Boris stapt weer naar de rechtbank, ditmaal begint hij een procedure tegen Corrie. De stelling van Boris is dat Corrie nimmer eigenaar is geworden omdat Albert
– achteraf – geen eigendom kon verstrekken. Albert bleek achteraf beschikkingsonbevoegd doordat het gerechtshof korte metten maakte met het vonnis van de rechtbank. Dus, in de ogen van Boris, was Boris altijd eigenaar gebleven van het weiland en het gebouw.
De rechtbank in deze zaak oordeelde dat Boris ongelijk had. De rechtbank vond dat alleen gekeken moest worden naar het moment waarop de verkoop en levering van het weiland en gebouw had plaatsgevonden. Op dat moment was Albert nog beschikkingsbevoegd volgens de rechtbank. Boris gaf echter niet op en ging wederom naar het gerechtshof.
Op 17 mei jl., dus ruim vier jaar nadat Corrie het weiland en gebouw van Albert via de veiling kocht, doet het gerechtshof in de zaak tussen Boris en Corrie uitspraak. Het gerechtshof stelt dat iedere koper op een executoriale veiling moet weten dat hij het risico loopt dat hij geen eigenaar zal worden. Het vonnis op basis waarvan wordt verkocht kan, indien hoger beroep openstaat, nog worden vernietigd door een hogere rechter.
In tegenstelling tot de rechtbank oordeelt het gerechtshof dat achteraf gekeken moet worden of Albert bevoegd was om de onroerende goederen te verkopen en leveren. In dit geval blijkt dat niet zo te zijn omdat het vonnis van de rechtbank door het gerechtshof werd vernietigt. Het vonnis heeft daardoor nooit bestaan, dus had Albert het weiland en gebouw nooit kunnen verkopen en leveren aan Corrie.
Gekocht maar geen eigenaar
De impact zal naar alle waarschijnlijkheid aanzienlijk zijn. Iedere schuldeiser die een niet onherroepelijk vonnis executeert kan geen voorwaardelijk eigendom verschaffen als het vonnis later wordt vernietigd. De koper bij een executoriale veiling wordt dus niet beschermd.
Naar alle waarschijnlijkheid komt deze zaak nog voor de Hoge Raad. Maar tot die tijd is dit iets om rekening mee te houden. Wees daarom gewaarschuwd voor de mogelijke gevolgen.
Deze blog is geschreven door een jurist van Janssen & Janssen