Om maar meteen met de deur in huis te vallen: de stelling klopt niet. Want hoe dan ook komt het voor. Een gesprek met Wilbert van de Donk, directeur Compliance & Opleidingen bij Janssen & Janssen en voorzitter van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders over de stelling en vooral wat er aan gedaan kan worden om huisuitzettingen tot een minimum te beperken.
“Ontruimingen voorkomen, dat is uiteraard waar het omdraait”, begint Wilbert van de Donk. “Voor een deurwaarder is iemand op straat zetten het meest ingrijpende executiemiddel. Eentje waarop niemand zit te wachten. Dus kijk je samen met de verhuurder of het wel nodig is. Blijf je zo lang mogelijk in gesprek om ontruiming te voorkomen. Maar dan nog, aan het einde van de rit kan er soms geen andere oplossing zijn. Bijvoorbeeld als huurders van kwade wil zijn. Want het is echt een illusie dat ontruimingen te allen tijde zijn te voorkomen. Daar is echt en vooral medewerking van de huurder bij nodig.”
De huurder is belangrijk, maar ook de rol van de woningcorporatie speelt toch een grote rol?
Wilbert: “Zeker. Een corporatie heeft vaak duizenden woningen. Als één huurder niet betaalt, gaat dit in feite over de rug van de andere huurders. Het betekent kosten voor de corporatie en in het slechtste geval gaan de huren van de anderen dan extra omhoog om die kosten terug te verdienen. Soms is dan een einde maken aan de oplopende huurachterstanden door ontruiming het enige middel. Hoe vervelend ook.”
Zijn er toch ook andere oplossingen mogelijk?
“We focussen vooral op de gevallen waarin ontruiming het enige alternatief is. Toch zien we de afgelopen jaren een flinke teruggang: van 17.000 ontruimingen in 2015 naar 8.000 vorig jaar. De helft dus. En dat komt echt niet doordat een gemiddelde huurder beter is gaan betalen. De woningcorporaties hebben er veel meer aandacht voor gekregen. Ze komen veel eerder aan de deur, soms al na één maand huurachterstand. Dan wordt al gekeken wat het probleem is, de zaak in kaart gebracht en een oplossing gezocht. Dat kan prima werken. Zoals ook de huurder al snel laten weten dat een eventuele gang naar de kantonrechter niet is uitgesloten. Als stok achter de deur. Zo geef je ook de huurder een signaal dat het probleem ook echt moet worden opgelost. Wat je ziet is dat er met zo’n benadering toch een oplossing komt. Soms ook met hulp van instanties als gemeenten en schuldhulpverlening.”
Vaak is de huurschuld ook niet het enige probleem en zit er meer achter. Wat kunnen wij dan betekenen?
“Een paar maanden huurachterstand is al een enorm bedrag. In gezinnen spelen vaak meer zaken. Andere schulden, problemen met de kinderen op school. Dat is door ons niet op te lossen. Wel kunnen we met de verhuurder ervoor zorgen dat mensen de juiste kanalen kiezen om niet alleen van de huurschuld af te komen, maar ook de andere problemen tot een oplossing brengen.”
Is de houding van woningcorporaties de afgelopen tijd ook veranderd?
“Er is sprake van veel meer geduld bij de corporaties. Dat is niet onbelangrijk. Was in het verleden het uitgangspunt dat de situatie in zes maanden tijd moest zijn opgelost. Nu is dat vaak al het dubbele en soms nog langer. Voorwaarde is altijd wel dat er licht aan het einde van de tunnel moet zijn. Zicht op een definitieve oplossing dus. Dat kan ook betekenen dat je het gezin laat verhuizen naar een woning met een lagere huur bijvoorbeeld. Met medewerking van andere spelers zoals gemeenten en corporaties zijn we er zo in geslaagd het aantal ontruimingen te halveren en veel gezinnen zijn niet in een lastige situatie terechtgekomen. En ook nog eens woningcorporaties en uiteindelijk de maatschappij veel kosten hebben bespaard.”
Maar waarom is dat in de helft van de situaties gelukt en in de andere helft niet?
“Helder is ook dat er soms situaties zijn die echt niet door de beugel kunnen of zijn op te lossen. Hennepkwekerijen bijvoorbeeld of illegale onderverhuur. Ontruimen is dan de enige oplossing. Ook dan proberen we dat op een goede manier te doen. Bijvoorbeeld door te sturen op vrijwillig vertrek om zo kosten te besparen. Echter, crimineel gedrag kan niet. Huurders die keer op keer in de fout gaan, er sprake is van herhaalde wanprestatie, dan moet je ook eerlijk zijn en niet weglopen: dan is ontruimen het enige middel.”
Hoe ga je om met mensen die absoluut niet meewerken?
“De lastigste groep zijn mensen die hun kop in het zand steken, alles op hun beloop laten. Ik denk wel dat we de afgelopen jaren ook een deel van deze groep hebben bereikt en zo ook het aantal ontruimingen hebben kunnen verminderen. Ze hebben kunnen overtuigen dat op straat komen staan het alternatief zou zijn. De toegenomen aandacht voor het schuldenprobleem heeft ons ook geholpen. Als er mensen zo openlijk uitkomen voor hun problemen, zien anderen dat zij niet de enigen zijn. Zo’n programma als ‘Schuldig’ helpt echt. Daar herkennen mensen zich in. Mensen die anders de kop in het zand hadden gestoken, zijn nu om zich heen gaan kijken. En als je dan je goede wil toont, dan komt het ook vaak tot een oplossing.”
Meer tijd nemen om tot een oplossing te komen, gaat dat dus een positieve bijdrage leveren?
“Dat is de les van de afgelopen jaren. Tijd, inspanning, aandacht, met soms veel moeite. Maar samenwerken tussen corporatie en deurwaarder heeft veel effect. Het wordt nu wel moeilijker. De mensen die uiteindelijk ook zelf wilden meewerken, hebben we gehad. Wat overblijft zijn wat je zou kunnen noemen de moeilijkere huurders. Dus kost dat nog meer tijd, nog meer aandacht en nog meer geld. Maar het is een goede investering om het aantal ontruimingen nog verder terug te dringen.”
Zou het huidige systeem nog moeten worden aangepast?
“Een ‘dingetje’. De huurtoeslag is al sinds de invoering een drama. Het feit dat die rechtstreeks aan de huurder wordt betaald, leidt tot problemen. Mensen die het al niet breed hebben, gebruiken de toeslag ook voor andere dingen en dat vergroot de moeilijkheden. Ik ben voorstander van een nieuw systeem, zonder de huurtoeslag. Zo lang dat uitblijft, is de enige oplossing dat de toeslag rechtstreeks naar de verhuurder gaat, want daarvoor is de regeling uiteindelijk ook bedoeld. Het is een kleine wijziging dus moet het snel zijn te regelen. Er zouden minder probleemgevallen ontstaan en dus ook weer minder ontruimingen.”
Kunnen woningcorporaties nog een extra steentje bijdragen?
“We zien nu een soort scheiding tussen schuldeisers aan de ene kant en schulphulpverlening aan de andere kant. Met verwijten en onbegrip over en weer. De corporatie gaat mensen uit hun huis zetten, de hulpverlening heeft te weinig gedaan om dat te voorkomen. Veel beter is dan om de samenwerking te zoeken. Met wijkteams die het probleem totaal in kaart brengen. In een aantal gemeenten gebeurt dat al. Laat corporaties meegaan op huisbezoek, samen met de schuldhulpverleners. Laat ze aanschuiven bij keukentafelgesprekken waarbij ook sociaal- en maatschappelijk hulpverleners aanwezig zijn. Huurschuld is één van de grootste problemen op financieel gebied. Zoek dus samenwerking en neem afstand van de argwaan over en weer. Dan wordt de wereld ook weer een stukje mooier.”