De beslagvrije voet is het bedrag dat nodig is voor levensonderhoud. Hierop mag de deurwaarder geen beslag leggen. Om de beslagvrije voet te kunnen berekenen, zal de klant-debiteur informatie over zijn inkomsten en uitgaven moeten geven aan de deurwaarder. In de praktijk blijkt echter dat het regelmatig misgaat met het vaststellen van de hoogte van de beslagvrije voet. Als de klant-debiteur niet alle informatie aanlevert, dan zal de deurwaarder een standaardbedrag hanteren. Hierdoor kan de klant-debiteur onder de voor hem van toepassing zijnde beslagvrije voet terechtkomen.
Dat moet anders én beter, meent het kabinet. Er moet een vereenvoudiging komen van het systeem om de beslagvrije voet te berekenen. De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) is hiermee aan de slag gegaan. Eind juni 2014 heeft zij een preadvies gegeven aan staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie. Dit preadvies heeft de titel ‘Naar een nieuwe beslagvrije voet, vereenvoudiging in een tweetrapsraket’ en bevat voorstellen om de werking van de beslagvrije voet op de korte en lange termijn te verbeteren. Dit vormt het vertrekpunt in het onderzoek om tot een eenvoudig en transparant systeem te komen.
Met het preadvies geeft de KBvG een helder signaal af: herziening is nodig. “Het kabinet erkent de problemen en volgt het advies om te vereenvoudigen dan ook op”, aldus Wilbert van de Donk, directeur Compliance & Opleidingen bij Janssen & Janssen en voorzitter van de KBvG.
Oog voor financiële gevolgen
Nu wordt de hoogte van de beslagvrije voet vastgesteld op basis van variabelen als woonlasten, kosten zorgverzekering en ontvangen toeslagen. Het nieuwe systeem werkt met standaardgegevens, denk daarbij aan een vast bedrag voor woonlasten en zorgverzekering. Het doel is vereenvoudiging van het systeem, waarbij oog is voor de financiële gevolgen voor debiteuren en schuldeisers.
Bedrag om van te leven
Zowel de schuldenaar als de schuldeiser zijn geholpen met een meer overzichtelijke en beter handhaafbare beslagvrije voet, waarbij de informatievoorziening minder afhankelijk van de schuldenaar is. Het is belangrijk dat de schuldenaar een bedrag overhoudt dat hij minimaal nodig heeft om van te leven en de schuldeiser moet weten waar hij aan toe is, zodat hij geen onnodige kosten voor incassomaatregelen maakt.
We volgen de ontwikkelingen op de voet en blijven je hierover informeren. Heb je hierover vragen? Dan kun je natuurlijk altijd contact opnemen met jouw vaste aanspreekpunt binnen Janssen & Janssen.