Deurwaarders mogen tijdelijk stukken afgeven via brievenbus
12 mei is het wetsvoorstel voor de spoedwet (de ‘Corona-betekening’) ingediend bij de Tweede Kamer. We mogen gedurende de coronacrisis onze stukken afgeven door deze in iemands brievenbus te doen, zonder dat het ten koste gaat van de rechtsgeldigheid van deze stukken. “Dat betekent niet dat we niet meer op huisbezoek gaan. Dat blijven we namelijk gewoon doen, maar daarbij zijn we heel voorzichtig. We bellen niet aan, omdat we het (besmettings-)risico achter een gesloten voordeur niet kunnen inschatten”, aldus Wilbert van de Donk, Directeur Janssen & Janssen en voorzitter van de KBvG.
Wat betekent dat voor onze dienstverlening?
“We merken dat klant-debiteuren in deze tijd behoefte hebben aan meer contact. Ze lopen met vragen en problemen rond en wij willen ze hierbij graag helpen. In deze tijd zoeken we continu naar de balans tussen de gezondheid en de maatregelen die van kracht zijn. Om in contact te komen met de klant-debiteur zoeken we naar mogelijkheden die wel kunnen in deze tijd. Zo doen we een persoonlijk kaartje in de brievenbus waarop we ze vragen om contact met ons op te nemen. Dit kaartje wordt gezien als een erg laagdrempelige en vriendelijke manier. Er komen zelfs ook videobelgesprekken uit voort. Ook bellen we ze actief na en deze acties worden gewaardeerd. Naar aanleiding hiervan komen we in contact met ze en kunnen we ze helpen bij hun problemen. Daarnaast hebben we vorige maand de eerste nieuwsbrief voor klant-debiteuren verstuurd en de respons hiervan was erg hoog. Het was weer een extra contactmoment en daar werd massaal gehoor aangegeven. Zo doen we er ook in deze tijd alles aan om in contact te komen met onze klant-debiteuren.”
Over de spoedwet
Dit is de reden waarom het wetsvoorstel is ingediend en wat het voorstel inhoudt. We citeren uit de Memorie van Toelichting:
Onder de huidige omstandigheden is het niet mogelijk en verantwoord op de normale manier bij mensen thuis aan te bellen om een exploot uit te reiken. Anders dan een pakketbezorger, kan de deurwaarder niet volstaan met het op de stoep achterlaten van zijn exploot. De deurwaarder moet bij de uitreiking ook een instructie geven over de aard van het exploot en de mogelijkheden van degene voor wie het bestemd is, om hierover contact op te nemen. De deurwaarder is naar de aard van zijn werk aanmerkelijk minder geliefd dan de pakketbezorger. Het risico te maken te krijgen met bewoners die hem in het gezicht spugen of fysiek te lijf gaan, is voor een deurwaarder vele malen groter dan voor een pakketbezorger. Dit risico is met het oog op het algemeen belang van de volksgezondheid – voorkomen van besmettingen – niet aanvaardbaar.
(...)
Voor de continuïteit van de wezenlijke toegang tot het recht gedurende de crisis rond COVID-19 en de rechtszekerheid, moet voor deurwaarders duidelijk zijn wat in het relaas van de betekening moet staan. Onduidelijkheid hierover leidt tot een discussie over de geldigheid van elk exploot en brengt daarmee de rechtszekerheid in het rechtsverkeer in gevaar. De voorgestelde regeling maakt duidelijk aan welke maatstaven de deurwaarder bij de betekening van exploten tijdens de crisis rond COVID-19 is gebonden. Het geeft een wettelijke basis voor de praktijk die de KBvG aan haar leden per 16 maart 2020 heeft opgelegd. Om zeker te stellen dat ook de exploten die vanaf 16 maart 2020 zijn uitgereikt rechtsgeldig zijn betekend als betekening plaatsvond overeenkomstig de bovenstaande regeling en de KBvG-richtlijn, wordt met artikel 7, tweede lid, voorgesteld de voorgestelde bepaling terugwerkende kracht te verlenen tot aan die datum.