Herziening beslag- en executierecht
Op 1 oktober van dit jaar zijn de eerste wijzigingen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) doorgevoerd in het kader van de herziening van het beslag- en executierecht. Daarvan deelden wij eerder een overzicht. Op 1 januari 2021 zal het tweede deel van de veranderingen in werking treden.
Beslagvrij bedrag bij bankbeslag en informatieplicht
Bij een beslag op een bankrekening gaat een beslagvrij bedrag gelden, de deurwaarder vermeldt dit bedrag in het proces-verbaal. De hoogte van het bedrag is gebaseerd op de woonsituatie van de schuldenaar en bedraagt (normbedragen voor 2020, deze worden nog geïndexeerd):
• € 1.486,37 voor een alleenstaande;
• € 1.623,45 voor een alleenstaande ouder;
• € 1.956,90 voor gehuwden zonder kinderen;
• € 2.093,48 voor gehuwden met een of meer kinderen.
Ook is een schuldenaar verplicht op verzoek aan de deurwaarder op te geven bij welke bank hij een rekening heeft. Daarnaast mag de deurwaarder bij de bank informeren of de schuldenaar daar bankiert.
Overige wijzigingen
Het leggen van elektronisch beslag in plaats van het betekenen van de fysieke stukken is geen vrije keuze van de deurwaarder meer. Als de mogelijkheid bestaat om een derdenbeslag elektronisch te leggen, moet de deurwaarder dat ook doen.
Verder stelt de minister een maximumbedrag vast dat een derde-beslagene aan de schuldenaar in rekening mag voor het doen van de verklaring en het afwikkelen van het beslag en is de mogelijkheid om de verklaring aan de advocaat van de beslaglegger te sturen in plaats van aan de deurwaarder uit de wet geschrapt.
Derdenbeslagen
Voor derdenbeslagen geldt dat de verklaring die wordt meebetekend niet meer in tweevoud wordt bijgevoegd, maar in enkelvoud. Bovendien kunnen een individuele derde en een deurwaarder afspreken het modelformulier helemaal niet meer te gebruiken. Daarnaast wordt de termijn waarna de derde aan de deurwaarder moet verklaren aangepast van 4 weken naar 2 weken. Dit tenzij de schuldenaar de derde schriftelijk verzoekt een termijn van 4 weken aan te houden. Bij beslag op roerende zaken die zich onder een derde bevinden wordt gaat de termijn waarbinnen de verklaring moet worden betekend aan de derde pas lopen nadat de derde zich erop beroept dat hij het beslag niet hoeft te dulden.
Veranderingen per 1 april 2021
Op 1 april 2021 wordt het mogelijk om een voertuig in beslag te nemen door het opmaken van een proces-verbaal en de inschrijving daarvan in het RDW-register. Ook wordt het college van burgemeester en wethouders verantwoordelijk voor het afvoeren en de opslag van roerende zaken na een ontruiming.
Daarover op een later moment meer.
Deze blog is geschreven door Ruud van Mil, manager en Toegevoegd Gerechtsdeurwaarder bij Janssen & Janssen