Wetswijzigingen per 1 oktober

Banner11
  • 07-09-2020
  • Leestijd: 2 minuten

Herziening beslag- en executierecht

Op 1 oktober zullen enkele wijzigingen plaatsvinden in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Deze zijn onderdeel van een groter geheel van wijzigingen die gefaseerd worden ingevoerd. Sommige veranderingen zullen een grote impact hebben voor schuldenaar, schuldeiser en deurwaarder, andere zijn alleen technisch of tekstueel van aard. Hieronder beschrijf ik onderwerpsgewijs de veranderingen.

Beslag roerende zaken

Het beslag op roerende zaken wordt onder de huidige wetgeving gelegd bij exploot. Die terminologie leidde regelmatig tot discussie over het beslagmoment. Althans in de literatuur, opvallend genoeg heeft dit in de praktijk zelden tot nooit problemen opgeleverd. Hoe dan ook heeft de wetgever besloten art 440 lid 1 Rv aan te passen zodat een beslag op roerende zaken vanaf 1 oktober bij een proces-verbaal moet worden gelegd. Daarmee is beoogd duidelijk te maken dat het beslag ligt vanaf het moment dat de deurwaarder de zaken waarneemt.

Daarnaast wordt de verkoop van roerende zaken gemoderniseerd. Verkoop mag gaan plaatsvinden via internet en ook de aankondiging kan via internet. De verplichting om een advertentie in een dagblad te plaatsen vervalt. Ook zal er geen biljet meer worden aangeplakt op de plaats van de verkoop en ontvangt de schuldenaar een aanzegging hoe en wanneer de verkoop zal plaatsvinden.

De meest verregaande verandering bij het beslag op roerende zaken is wel de uitbreiding van de beslagverboden en het opnemen van een pressieverbod. Dat laatste houdt in dat het niet is toegestaan zaken in beslag te nemen als te voorzien is dat de opbrengst minder zal zijn dan de kosten van de beslaglegging en de daaropvolgende executie. Meer algemeen heeft de wetgever de mogelijkheid om een beslag als een pressiemiddel te gebruiken willen beperken door in art 435 Rv de woorden ‘te gelijker tijd’ te schrappen.

Beslagverboden

Onder het nieuwe beslagverbod vallen vanaf 1 oktober de inboedel, kleding, levensmiddelen, zaken voor persoonlijke verzorging en algemene dagelijkse levensbehoeften, zaken die nodig zijn om inkomen te genereren of voor scholing of studie, hoogstpersoonlijke zaken, gezelschapsdieren en zaken voor verzorging. Daarmee wordt het beslag op roerende zaken vrijwel volledig verboden. Wel is beslag mogelijk als zaken bovenmatig zijn. Hoewel niet te verwachten is dat dit in de praktijk vaak het geval zal zijn. Bovendien is de vraag wat als bovenmatig moet worden aangemerkt. Als dan beslag wordt gelegd op een roerende zaak en de geëxecuteerde kan deze redelijkerwijs niet missen, moet deze in staat worden gesteld om deze te vervangen door een niet bovenmatige zaak.

Derdenbeslagen

Voor derdenbeslagen geldt dat de verklaring die wordt meebetekend niet meer in tweevoud wordt bijgevoegd, maar in enkelvoud. Bovendien kunnen een individuele derde en een deurwaarder afspreken het modelformulier helemaal niet meer te gebruiken. Daarnaast wordt de termijn waarna de derde aan de deurwaarder moet verklaren aangepast van 4 weken naar 2 weken. Dit tenzij de schuldenaar de derde schriftelijk verzoekt een termijn van 4 weken aan te houden. Bij beslag op roerende zaken die zich onder een derde bevinden wordt gaat de termijn waarbinnen de verklaring moet worden betekend aan de derde pas lopen nadat de derde zich erop beroept dat hij het beslag niet hoeft te dulden.

Ontruimingen

Als bij een vonnis de ontruiming wordt uitgesproken moet vanaf 1 oktober de ontruimingsdatum bij het doen van bevel worden aangezegd. Voorheen was dit niet voorgeschreven en kon worden ontruimd zonder de geëxecuteerde in kennis te stellen van de datum van ontruiming. Daarnaast is het verplicht om, als de oorspronkelijke ontruiming niet doorgaat, de nieuwe ontruimingsdatum minimaal drie dagen daaraan voorafgaand weer bij exploot aan te zeggen.

Technische en tekstuele aanpassingen

Daarnaast bevat de herziening aan aantal aanpassingen die alleen tekstueel of technisch zijn.

De overgang van de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging hoeft niet meer bij exploot te worden gedaan in het geval van fusie of splitsing als de geëxecuteerde hiermee niet in zijn belang wordt geschaad.

De kantonrechter is executierechter in zaken waarin de kantonrechter de executoriale titel heeft afgegeven.

In de wet is nu uitdrukkelijk opgenomen dat de deurwaarder niet alleen bij beslag maar ook bij al hetgeen hieruit voortvloeit de bevoegdheid heeft om binnen te treden, ook met bijstand van een hulpofficier van justitie. Denk hierbij aan bewaarneming na beslag of een verkoop. Ook bij scheepsbeslag is dit artikel van toepassing verklaard.

Art 475 is op twee punten tekstueel aangepast; Lid 1 onder e is herschreven zodat alleen bij beslag onder een notaris op de koopsom van een onroerende zaak nog in het exploot hoeft te worden opgenomen dat in weerwil van het beslag de koopsom aan de notaris kan worden betaald. Formeel moet deze vermelding onder het huidige recht in alle derdenbeslagen worden opgenomen. In lid 4 is een schrijffout hersteld.

Veranderingen per 1 januari 2021 en 1 april 2021

Volgend jaar zullen nog enkele wetsartikelen veranderen. Per 1 januari 2021 zal er een beslagvrije voet gaan gelden bij beslag op een bankrekening. Ook mag de deurwaarder aan een bank vragen of deze geld van een schuldenaar onder zich heeft.

Verder wordt het verplicht om elektronisch beslag te leggen als de derde deze mogelijkheid biedt en worden de kosten die een derde mag rekenen voor de verklaring en afhandeling van een beslag door de minister vastgesteld.

Op 1 april 2021 wordt het mogelijk om een voertuig in beslag te nemen door het opmaken van een proces-verbaal en de inschrijving daarvan in het RDW-register. Ook wordt het college van burgemeester en wethouders verantwoordelijk voor het afvoeren en de opslag van roerende zaken na een ontruiming.

Daarover op een later moment meer.

Deze blog is geschreven door Ruud van Mil, manager en Toegevoegd Gerechtsdeurwaarder bij Janssen & Janssen